top of page
Zoeken

Dossier Arib was voor Theo Maassen een tandje te hoog gegrepen

Zelden heb ik me zo ongemakkelijk gevoeld als tijdens het drie uur durende interview met voormalig voorzitter van de Tweede Kamer Khadija Arib in aflevering 3 van Zomergasten. Ik vroeg me voortdurend af hoe zo’n charmante, intelligente, innemende vrouw (kennelijk) een zodanig verborgen tweede persoonlijkheid kan hebben dat een recherchebureau er een onderzoek van meer dan een jaar voor nodig heeft om haar wandaden aan het licht te brengen.

U kent de geschiedenis. Als Kamerlid en Kamervoorzitter werd Arib door vriend en vijand geprezen vanwege haar eloquente, soms humoristische optreden. Eenmaal uit die functie vertrokken, of -zo u wilt- verdreven, ontstond het beeld van een kwaadaardig genius, ingestoken door anonieme brieven uit de ambtelijke omgeving. Er schijnen ook concrete niet geanonimiseerde voorvallen te zijn van sociaal onveilig gedrag, maar daarvan hebben wij als kiezer geen kennis, ook de onderzoeksjournalisten van Follow the Money en De Correspondent niet en evenmin de Tweede Kamer. Er loopt een onderzoek door een particulier recherchebureau dat er door journalistenplatform FTM van wordt beschuldigd de eigen ethische regels en protocollen te schenden. Daarnaast zijn er in de media lappen tekst verschenen over het verschrikkelijks dat Arib aangerekend moet worden. Maar hoezeer je als lezer ook je best doet: wat er precies gebeurd is en de omvang blijven in nevelen gehuld, ook voor Arib zelf.

Jojo

Dit is een giftig dossier en ik vroeg me af hoe Theo Maassen er als meester interviewer -want zo mag je iemand toch beschouwen die de eer is gegund om het legendarische Zomergasten te presenteren- met dit explosieve mengsel zou omgaan. En dat viel me niet mee. Les één als het om pijnlijke boodschappen gaat luidt; leg hem meteen op tafel. In het succesvolle RTL programma B&B Vol liefde kunnen we dagelijks zien dat het voelt als een dolksteek als je eerst nog met iemand ontbijt, hem of haar uitvoerig prijst op een aantal ondergeschikte punten, waarna je hem/haar alsnog de doodsklap uitdeelt met een afwijzing op het hoofdthema: de liefde. ‘Ik voel een maar…’, zegt het slachtoffer na de complimenteuze inleiding. En dan valt de bijl. Hard en meedogenloos. Het bloed spettert tegen het plafond.

Maassen koos niet de vlijmscherpe, faire journalistieke insteek, maar het zalvende gedoe van B&B. Hij slijmde, kietelde, complimenteerde, veinsde aandacht en interesse. En al die tijd moet hij -net als ik – gedacht hebben ‘wanneer komt het moment suprême?’ , het ogenblik waar de onvermijdelijke vraag zou worden gesteld: ‘Arib, heb je het gedaan of niet?’. Maar Maassen interviewde als een jojo. Hij danste om de hete brei. Soms als het speelgoed de grond dreigde te raken haalde hij het weer op. Drie, vier logische momenten passeerden, maar steeds weer werd de ultieme vraag vooruitgeschoven, het deeg nog niet klaar om afgebakken te worden. Ik vroeg me af wat zijn motief was. Opbouwen van spanning? Misschien de angst om aan het begin van het programma in conflict te raken en zonder gast achter te blijven. Gebrek aan lef. Eerst het bed opmaken met satijnzachte lakens, zodat de latere klappen niet tot dodelijke verwondingen zouden leiden?

En toen veranderde de sfeer. De socratische, niet oordelende, nieuwsgierige empathische interviewer werd ineens aanklager. ‘Ik heb me natuurlijk voorbereid’, zei hij, waarna hij Arib een gebrekkig zelfinzicht probeerde aan te praten door zichzelf in de strijd te gooien. Ook zijn eigen entourage moest hem wel eens attenderen op het feit dat zijn gedrag op zijn omgeving agressiever overkwam dan hij zich realiseerde, zei hij. Gold dat niet ook voor haar?

Niet uit balans

Arib hoorde het gelaten aan, maar liet zich niet uit balans brengen. En daar lag het ineens; het niet onderbouwde, onderliggende oordeel ‘waar rook is, is vuur’. ‘Ik heb vertrouwen in de rechtsstaat’, zei de meester interviewer aan het slot van zijn psychoanalyse. Een ongepaste opmerking, omdat een onderzoek door een onder vuur liggend privaat recherchebureau, op basis van anonieme getuigen, niets met de rechtsstaat van doen heeft. En de overheid laat het voortdurend afweten als het gaat om de bescherming van zijn burgers. Ook als ze wordt vrijgesproken, is het leed geschied, constateerde Arib minzaam.

Intussen liet Maassen relevante thema’s passeren, bijvoorbeeld het moment dat Arib topambtenaren ervan beschuldigde met hun eigen netwerken kongsi’s te vormen die niet naast maar tegenover de volksvertegenwoordiging staan. Waar of niet? Hoe werkt dat dan? Komt dat vaak voor? Sinds wanneer komt dat voor? Hoe ziet het eruit? Heeft dat ambtelijke verzet te maken met de teleurstellende kwaliteit van beslissingen die de Tweede Kamer neemt, waarna ambtenaren de schuld krijgen van de puinhoop die er het gevolg van is? Moet je als politicus onder deze omstandigheden niet juist blijven in plaats van vluchten?

De democratie staat onder druk, de Tweede Kamer lijkt in deconfiture. Een toenemend aantal volksvertegenwoordigers ziet kennelijk geen uitweg in de chaos die men zelf heeft veroorzaakt. Maar in Zomergasten leidden deze ontwikkelingen niet tot enige relevante beschouwing. Het dossier Arib was voor Theo Maassen simpelweg een tandje te hoog gegrepen.

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
bottom of page