29februari 2024
Voortdurende ingrepen in de regelgeving rond de publieke omroep en teveel directe bemoeienis van overheid en politiek hebben geleid tot een bestuurlijke chaos. Zo ontstond een woud aan regels die elkaar tegenwerkten en van het omroepbestel een moeilijk bestuurbaar schip maakten. De kapitein (NPO) is opgezadeld met een onmogelijke opdracht en de passagiers (de omroepen) reageren onwillig in de hoop een ramp te overleven.
Pieter van Geel, de voorzitter van het Adviescollege Publieke Omroep dat onlangs rapport uitbracht met voorstellen om de publieke omroep te moderniseren, is veel te chique om zich in zulke scherpe bewoordingen uit te laten, maar hier komt toch feitelijk het beeld op neer dat hij schetst in het anderhalf uur durend gesprek dat ik met hem heb in Het Dorsthuys in Baarn. De waard heeft ons een mooie plek gegeven, zodat we rustig kunnen praten. En dat doet hij benoemde chaos de term verrommeling. Die is volgens hem het gevolg van ‘veranderingen die steeds niet consistent zijn uitgevoerd’. Ze komen voort uit twee werelden en twee ambities, zegt hij, namelijk enerzijds de linksliberale ontzuilingsdrift en anderzijds de behoefte van andere partijen om de publieke omroep de nek om te draaien, omdat ze commerciële belangen voorrang willen geven’. ’Nee, ik noem geen namen’, zegt hij, ‘het is zo al duidelijk genoeg’.
Vergeten een nieuw dak te bouwen
Die twee bewegingen, eigenlijk zijn er drie stromingen want de publieke omroep kent ook politieke voorstanders, hebben gemorreld aan het fundament van het bestel dat er in de loop van de tijd niet door is versterkt maar verzwakt. Bij sommige tegenstanders ziet hij een kentering. Die hebben spijt over wat er verloren dreigt te gaan. ‘Ik moet ook denken aan een uitspraak van Hans van Mierlo die ooit zei; we hebben de zuilen de nek omgedraaid, maar zijn vergeten een nieuw dak boven de samenleving te leggen’. Sinds het verschijnen van zijn rapport Eenheid in veelzijdigheid is het tamelijk stil en is de toekomst van de publieke omroep nog ongewisser geworden met formerende partijen die het budget willen halveren omdat er een bezuinigingsprobleem opgelost moet worden, een net willen afschaffen of afscheid willen nemen van het totale bestel.Zijn we niet het station gepasseerd dat het nog goed kan komen, is de vraag.‘Ik vind dat we ons keihard moeten inspannen om het publieke bestel te handhaven. In deze tijd van fakenieuws en kunstmatige intelligentie is het essentieel dat burgers betrouwbare informatie krijgen’.
Teveel politieke bemoeienis
Maar ook aan die betrouwbaarheid wordt door een deel van het publiek getwijfeld; hoe onafhankelijk is de publieke omroep en hangt die niet teveel tegen de gevestigde orde aan? Pieter van Geel ziet een gevaar in de vorm van de veel te sterke aanwezigheid van politici in het bestuur en de toezichthoudende organen van de NPO en de omroepen. Hij is niet voor een beroepsverbod voor politici, zegt hij maar pleit wel voor een veel grotere afstand van de politiek naar de omroep. Nu gebeurt dat overstappen veel te snel en ondoordacht, soms één op één, zo van de politiek de omroep in. ‘Vooral in deze tijd waarin allerlei instituties van de rechtsstaat en ook de media ter discussie gesteld worden moet je zorgen dat je elke zweem van een staatsomroep vermijdt’, vindt hij. Niet dat politici niet dienstbaar zouden mogen zijn aan de publieke omroep, maar pas na een behoorlijke afkoelingsperiode zodat er geen kans meer is op belangenverstrengeling. ‘Het is hartstikke fout om mensen direct vanuit de politiek hupsakee in het bestuur van de NPO te stoppen. Dat is stom, want morgen doet de PVV het en hoe kun je ooit zeggen dat dit niet kan als het eerder gebeurde. Daar is nooit goed over nagedacht’. Hij verwijst naar Italië waar Berlusconi, toen hij premier werd, niet de RAI afschafte maar zijn politieke vrienden benoemde op belangrijke posten.
Ratjetoe aan regels
Politici beweren dan wel dat ze zich niet in detail met de publieke omroep willen bemoeien, maar de werkelijkheid is anders, aldus Pieter van Geel. Het stikt van de regelingen waaruit blijkt dat er vanuit de overheid toch controle is, zowel op inhoud als benoemingen. ‘Je hebt het Commissariaat voor de Media en daar cirkelt ook nog de Raad voor Cultuur omheen: het is een amalgaan van taken en bevoegdheden waarmee niemand raad weet. Beslissingen lijken willekeurig. Neem het besluit over de toelating van WNL. Dat werd een frivool dingetje….. ‘De adviezen waren negatief maar de minister besloot desalniettemin tot toelating. Dat kan toch helemaal niet! Morgen kan een PVV-minister het ook zo doen. Dat moet je niet willen!’
Maak een eind aan de dubbelrol van de NPO
Als het om goed bestuur gaat is het bij de publieke omroep onder meer een rommeltje, omdat het centrale orgaan, de NPO, niet alleen de taak heeft om te coördineren, coachen en stimuleren maar tegelijk ook de bevoegdheid heeft om omroepen de maat te nemen met verwijdering uit het bestel tot ultiem gevolg. Die taken horen niet bij elkaar, vindt Pieter van Geel. Daarom pleit zijn commissie ervoor om coördinatie en de controle uit elkaar te halen en het toezicht op een goed functioneren van NPO en omroepen te delegeren aan een onafhankelijke Autoriteit Publieke Media, los van enige (omroep) politieke invloed. De commissie Van Geel kiest in haar voorstellen voor onafhankelijke omroepen en brengt de rol van de NPO terug tot waar het instituut oorspronkelijk voor bedoeld was, namelijk die van coördinator. Het aantal grote omroepen wordt van negen teruggebracht tot zes en wie denkt bijzondere programma’s te kunnen maken voor een speciale doelgroep kan de status van redactieomroep krijgen. Redactieomroepen houden zich uitsluitend met programma’s bezig en worden ondergebracht bij de zes clusters. Ze hebben geen eigen personeelsbeleid, noch een eigen financiële afdeling of zwaar opgetuigde directies.
Er valt even een denkpauze….
‘Het bestel is nu ongestructureerd en chaotisch, maar wel met een goed hart…De meeste mensen, ook in de journalistiek, willen kwaliteit leveren. Maar als je ziet hoe de programmering tot stand komt…Er zijn programmeringstafels waar bij wijze van spreken vijftig man beslissen. Zo ontstaat geen gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dan zijn die vergaderingen formele aftikpunten en worden de echte besluiten ergens anders genomen’.
Je wilt de onafhankelijkheid van de omroepen weer terugbrengen?
‘Sterker, ja’…
Hoe zou dat moeten?
‘Het moet geen nostalgie worden, niet net als vroeger toen je een zuil begon om je ideologie uit te dragen. Ondanks alle cynisme in de samenleving is het helemaal niet zo’n gek idee om het bestel te revitaliseren. Dat gaat misschien tegen de tijdgeest in, omdat er gezegd wordt dat niemand meer lid wordt van verenigingen, maar de vraag is of je je daarbij moet neerleggen. Een omroep kan bijdragen aan burgerschapszin. Dan heb je het niet over een ideologie of een stroming maar over onderwerpen die je belangrijk vindt en die je wilt delen met het publieke domein. Voorwaarde is wel dat je bereid bent om verbinding te zoeken en te voldoen aan essentiële journalistieke waarden’.
Als je er vanuit die visie naar kijkt, hoort Ongehoord Nederland dan binnen het systeem?
‘Als mensen zich binnen de grenzen van de rechtsstaat bewegen dan moet je wel heel ver gaan wil je die opvattingen niet al bij voorbaat een plek geven. Maar ik vind dat er meerwaarde ten opzichte van het bestaande moet zijn, dat er verantwoordelijkheid is voor het geheel en dat je de verbinding zoekt. Als je je niet aan de eisen van het bestel wil houden, waarom zou je dan in dat bestel willen zitten’?Tot welke conclusie leidt dit standpunt ten aanzien van Ongehoord Nederland?‘We hebben ons in ons rapport buiten die discussie willen houden, maar mijn antwoord lijkt me duidelijk’.
TON VERLIND
Dit interview verscheen eerder op het mediaplatform Spreekbuis.nl
In deze serie verschenen eerder interviews met:
Jan Slagter, Omroep Max; Peter Kuipers, KRO-NCRV; Bert Huisjes, WNL; Eric van Stade, AVROTROS; Ton F. van Dijk,voormalig netcoördinator NPO; Arnold Karskens, Omroep ON; Pieter van Geel, vz. Adviescommissie Publieke Omroep.
留言