Jaap van Zweden moet blijven
- Ton Verlind
- 23 mei
- 5 minuten om te lezen
Wat is effectiever? Met Amsterdamse directheid orkesten naar de top ruzieën of op zalvende, harmonieuze toon het beste uit de musicus halen? En wat doe je dan met orkestleden die niet de juiste kwaliteiten of de juiste mentaliteit hebben om mee te draaien aan de top? Mag je ze daar op aanspreken en met welke mate van voorzichtigheid moet dat dan? Dirigent Jaap van Zweden bereikte het hoogste niveau door harde eisen te stellen aan zichzelf en riep zijn vader als coach tot de orde als die tijdens het oefenen wilde pauzeren. ‘Zonde van de tijd’, vond van Zweden. Zo groeide een mentaliteit die deel werd van zijn persoonlijkheid. Hij bracht het daarmee tot het gastdirigentschap van de meest fameuze orkesten ter wereld. En……hij vergaloppeerde zich door niet te merken dat de tijd is veranderd.
Zijn gedrag grensde aan dat van maffiosi
Aan zijn artistieke kwaliteiten wordt niet getwijfeld, maar aan zijn mensenliefde wel. Als een gesel ging hij over zijn orkesten met een aan maffiosi-grenzend gedrag. Althans; dat is het beeld dat het KRO-NCRV-onderzoeksprogramma Pointer in een documentaire schetst van de man die zich wereldwijd op de kaart zette, maar daarbij de menselijke maat uit het oog verloor. De documentaire is gebaseerd op de verklaringen van zo’n vijftig in Van Zweden teleurgestelde musici. Vijftig, zoals Van Zweden zegt in een aan het eind van de documentaire uitgezonden verklaring, van de in totaal vijfduizend orkestleden van vijftig orkesten in tweeëndertig landen waarmee hij tot nu toe in zijn sucesvolle carrière te maken had.
Het zoveelste afbreukdocument
Eerlijk is eerlijk: ik ging met tegenzin kijken naar dit -wat ik vermoedde - zoveelste afbreukdocument- van iemand die kleur geeft aan de samenleving en waarop natuurlijk ook wel iets af te dingen is. Maar, Pointer schetst een in journalistiek opzicht boeiend beeld van een man waarvoor geen grenzen bestaan en die dezelfde inzet verlangt van zijn omgeving. Alles voor het resultaat. Heeft het programma met deze onthullingen Van Zweden nu ontmaskerd en voor altijd van het podium getrokken? Wat mij betreft niet. Sinds een paar jaar ontwikkelt zich in de media een traditie van grenzeloos begrip voor hen die slachtoffer zijn van wat dan ook. De reacties op de documentaire getuigen dan ook in meerderheid van empathie voor wie het onder het veeleisende gedrag van Van Zweden moeilijk hadden.
Terecht wordt door deskundigen aan de zijlijn geconstateerd dat hij met coachend en aardig leiderschap waarschijnlijk dezelfde of misschien wel betere resultaten had bereikt dan door zichzelf te overschreeuwen. Maar de dirigent toont, anders dan indertijd bijvoorbeeld Matthijs van Nieuwkerk, zelfinzicht en de bereidheid zich te hervinden. In dat opzicht hoop ik dat de Pointer-documentaire de discussie over effectief leiderschap verder zal helpen, in plaats van een van de succesvolste dirigenten naar de ondergang te leiden. Slachtoffers zijn er op dit gebied al genoeg gemaakt. We kunnen niet iedereen die kleur geeft aan de samenleving het zwijgen opleggen. Dat maakt de werkomgeving dan wel sociaal veiliger, maar de cancelcultuur vermoordt ook hogere ambities.
Niet cancelen maar uithuilen en opnieuw beginnen
Martin Schippers, musicus die met Van Zweden werkte, neemt het in een reactie op Youtube voor hem op.Het is een genuanceerd statement dat erkent dat wat we jarenlang als normaal hebben beschouwd niet per se ook normaal is, hetgeen ook geldt voor nog voortgaande usances in politiek en media. Schippers wijst erop dat er ook een andere kant aan het verhaal zit. Pointer is in deze documentaire niet erg sterk in het geven van tegengas aan vermeende slachtoffers, omdat je slachtoffers nu eenmaal niet met kritische vragen voor de voeten loopt. Althans: dat is een media-gewoonte die best eens wat vaker doorbroken mag worden. Deze blog is een pleidooi om te leren in plaats van te cancelen. Hieronder zijn verklaring:

Als musicus die regelmatig met Jaap van Zweden heeft gewerkt, voel ik de behoefte om mijn perspectief te delen naar aanleiding van de recente Pointer-documentaire. In de film benoemt de manager van het Radio Filharmonisch Orkest terecht dat er een verandering gaande is in leiderschapsstijl en cultuur binnen de klassieke muziekwereld, zowel bij dirigenten als docenten. Deze ontwikkeling is reëel en noodzakelijk. Wat vroeger als “normaal” werd gezien, is tegenwoordig niet meer acceptabel. En dat is maar goed ook. Tegelijkertijd is het ook waar dat de manier waarop mensen met kritiek omgaan veranderd is. Feedback wordt vaker persoonlijk opgevat en soms uit de context gehaald. Deze twee ontwikkelingen kunnen soms botsen, zoals we zien in deze behoorlijk eenzijdige documentaire. Er zijn ook net zo goed honderden musici te vinden die zich juist positief uitlaten over Jaap, die ontbreken uiteraard in deze video. Feit is dat hij in Dallas, Hongkong en bij al zijn orkesten in Nederland het artistieke niveau significant heeft verhoogd. Ik heb vaak met hem gewerkt, en ja, hij communiceert op een directe manier. Ik heb dat altijd gezien als typisch Amsterdamse directheid. Als je hem op dezelfde manier aanspreekt als hij jou, dan respecteert hij dat, en ook jouw mening. Het is absoluut geen top-down 'mond houden en luisteren'-persoon. Kon iedereen daar mee omgaan? Zeker niet. In mijn ervaring, de mensen die hij publiekelijk aansprak, waren inderdaad degenen die niet goed genoeg voorbereid waren of simpelweg in een met belastinggeld gefinancierd orkest zaten en elke maand hun salaris opstreken met de minste mogelijke inspanning. De vraag is: wanneer is iets grensoverschrijdend? Als één musicus van de honderd zich zo voelt? Tien? Twintig? Laten we eerlijk zijn, er is geen enkele dirigent die door 100% van zijn musici gesteund wordt. Waarschijnlijk niet eens door 75%. Als musicus in een toporkest weet ik dat de eisen en de druk hoog zijn, maar nooit hoger dan de normen die ik voor mezelf stel. Daarom kan geen enkele dirigent ter wereld mij ongemakkelijk laten voelen met zijn of haar eisen.
Moet Jaap deze signalen serieus nemen? Absoluut, zoals hij ook lijkt te doen in zijn verklaring. In een veranderende samenleving is reflectie en aanpassing belangrijk. De hoge eisen die hij stelt aan voorbereiding en kwaliteit moet hij zeker niet loslaten, maar de manier waarop die eisen gecommuniceerd worden, kan mee veranderen. Altijd positief blijven is natuurlijk een mooi streven. Maar soms is het ook nodig om iets openlijk te benoemen, ook al is het niet leuk, om duidelijk te maken aan de groep wat de grenzen zijn op het gebied van voorbereiding of muzikale kwaliteit. Dat hoort bij het vak van dirigent. We kunnen niet verwachten dat een dirigent tegelijkertijd ook psycholoog is die constant rekening houdt met ieders persoonlijke mentale gesteldheid. Zijn of haar taak is om muzikaal leiding te geven, helder, eerlijk en met integriteit. En ter volledigheid: natuurlijk is er geen plaats voor pesten of intimidatie gedrag op de werkvloer. Elke organisatie zou een klimaat moeten bieden waarin dit soort zorgen veilig bij het management kunnen worden gemeld en serieus genomen worden. En natuurlijk moeten managers en ook orkestleden zelf de dirigenten aanspreken als er iets niet in de haak is, het zijn geen halfgoden, er klinkt zeer weinig als ze met het dirigeerstokje heen en weer zwaaien...
TON VERLIND
Goed verhaal. Het beroep musicus is zwaar. Niet altijd goed betaald en werken op de toppen van je zenuwen. Een dirigent kan veeleisend zijn, maar dat is soms nodig, zeker als musici onvoorbereid naar de repetities komen. Ik ken Jaap als een dirigent die volledig voorbereid is voor welke repetitie van welk werk ook. Hij is of humoristisch of keihard. Ook voor zichzelf. Maar de resultaten in de concertzalen zijn meestal geweldig. En dat moet ook voor musici een feest zijn. Misschien moeten journalisten niet alleen een podium bieden voor de slecht behandelden, maar ook voor de musici en solisten die door Jaap een topprestatie hebben geleverd.
Geheel eens Ton!