top of page
Zoeken

Stem nooit op een politicus die liegt

In de oorlog is de waarheid het eerste slachtoffer. Het is een staand gezegde. Maar geldt ook het omgekeerde? Als het met de waarheid niet zo nauw wordt genomen, kun je dan spreken van oorlog? Dat zou dan gelden voor de huidige maatschappelijke omstandigheden. We liegen er vrolijk op los, hoewel dat meestal wordt verpakt in eufemistische termen als spindoctoren, opiniëren, voorlichten of reclame.

Raaskal maar raak

Sinds de gevestigde media en politici zich dood schrokken van de volkswoede na de moord op Pim Fortuyn zijn de poorten naar de willekeur open gezet. De vox populi werd een serieus radio- en televisie-genre, zelfs bij de publieke omroep. Na het hemelen van Fortuyn tellen ALLE meningen mee. Je ziet het avond-aan-avond ook bij gewaardeerde programma’s als Pauw, waar de lust om onzin tegen te spreken ontbreekt vanuit de gedachte dat DE waarheid kennelijk niet bestaat. Waarom? Uit piëteit met de onzinverkoper of uit overtuiging dat echt elke mening relevant is? Hulde voor KRO/NCRV-presentator Sven Kockelmann die als een van de weinigen het lef heeft om mensen de mond te snoeren als ze raaskallen. Hij heeft een groot journalistiek voordeel, tevens zijn talent: het ontbreekt hem aan elke behoefte om populair te zijn. Alleen de feiten tellen! Een uitstekende grondhouding, die je ook tegenkomt bij politiek verslaggever Kees Boonman.

Elke mening telt

Ik schreef het al eerder: de mening van Ali B. over de situatie in Syrië is op televisie bij wijze van spreken evenveel waard als de visie van de minister van buitenlandse zaken, die er waarschijnlijk meer van weet, maar die je trouwens ook moet wantrouwen omdat hij onderdeel is van een politiek systeem, waar machtsvorming plaats vindt op basis van framing, dus het inkleuren van de feiten naar eigen belang. Wie kun je nog vertrouwen? In de Verenigde Staten doet het er niet zoveel meer toe of Trump en Clinton wel of niet de waarheid spreken.Het laat zien hoe groot de geloofwaardigheids-crisis op dit moment is. Iemand vroeg onlangs aan een dame die notoire onzin beweerde, hoe ze op al die gedachten kwam. Op Facebook gelezen, zei ze met een stalen gezicht.

Meegesleurd in de popularisering

Op Facebook woedt op dit moment een flinke discussie rondom het actualiteitenprogramma Brandpunt. De redactie stuurde ex-Lama-presentator Patrick Lodiers naar Donetsk om daar verslag te doen van de burgeroorlog. Kennelijk missen de door de wol geverfde verslaggevers van Brandpunt in de visie van de eindredactie aan voldoende overtuigingskracht om ons te doordringen van de ernst van de situatie daar. Serieuze journalisten laken op Facebook, de naïeviteit waarmee Lodiers verslag doet. Een medewerker van de omroep wijst als verweer op de positieve curve in de kijkcijfers. Hij bedoelt: we hebben succes, want het aantal kijkers nam toe….Wat zegt dat nou? De curve had een nog meer indrukwekkende welving laten zien als Brandpunt Katja Schuurman had gestuurd. Grote aantallen bereiken is kennelijk het doel, niet het nastreven van betekenis.

Sentiment verving het verstand

Wat heeft de popularisering van de informatievoorziening ons gebracht? Niet zoveel goeds. Domineerde in het pré-Fortuyn tijdperk het establishment misschien teveel de opiniëring, inmiddels is het (vooral) bij radio en televisie de straat die floreert. Kennis werd vervangen door overtuiging of zo u wilt: emotie en sentiment. In die slipstream gaan serieuze media mee en over de rand, zelfs het eerbiedwaardige Brandpunt dat door NOS-verslaggever Jan Eikelboom (ter zake kundig) streng wordt gekapitteld wegens misplaatste egotripperij. Eikelboom: de reportage van Lodiers begon met het woordje “IK”.

Laten we de waarheid restaureren

Filosoof en psycholoog Kees Kraaijeveld, tevens directeur van De Argumentenfabriek pleit in De Volkskrant (zaterdag 8 oktober 2016) voor terugkeer van het intelllect in het debat. Laten we de waarheid restaureren als een kostbaar monument: daarop komt zijn oproep neer. Hij biedt daartoe ook handvatten onder het kopje “Wat kunt u zelf doen?”.

Tips

Ik neem zijn tips hieronder letterlijk over, maar met de kanttekening dat ik het pleidooi om “Experts en hun instituten” te verdedigen niet zonder meer steun. Want hoe is een expert nog te herkennen? Zijn dat de ego’s die avond-aan-avond verschijnen in de populaire talkshows. Zijn het de onderzoekers die hun research laten betalen door commerciële bedrijven die gelijk ook belang hebben bij een bepaalde uitkomst. Zijn het de politici die voor een bedrijfstak pleiten om er na hun politieke loopbaan naar over te stappen? We kunnen experts pas serieus nemen als hun onafhankelijkheid onomstotelijk vast staat.  Wie ziet daar nog op toe?

Code van Bordeaux

HIER vindt de geïnteresseerde lezer tevens een verwijzing naar de Code van Bordeaux. Daarin staan de grondbeginselen van de journalistiek beschreven.De jonge journalisten die ik het afgelopen jaar wees op het bestaan van de Code keken me vragend aan: NOOIT van gehoord. Dat zegt dus iets over de kwaliteit van onze journalistieke opleidingen.

Wat kunt u zelf doen? bron: Kees Kraaijeveld

  1. Onderstreep het belang van waarheid en waarheidsvinding

  2. Strijd tegen onwaarheden

  3. Neem niets voor waar aan zonder onderbouwing

  4. Zoek actief naar tegenbewijs

  5. Bestrijd relativisme

  6. Trek niet zonder reden de waarheden van experts in twijfel

  7. Bestrijd cynisme

  8. Zoek actief naar feiten en onderbouw ze zo cijfermatig mogelijk

  9. Heb oog voor de kwaliteit van informatie

  10. Heb oog voor de kwaliteit van de bron van informatie

  11. Verdedig experts en hun instituten

  12. Accepteer geen leugens van politici

  13. Stem nooit op politici die liegen

  14. Maak consequent onderscheid tussen feiten en meningen

  15. Streef naar waarheid, streef naar consensus over de feiten

  16. Neem nooit genoegen met “ook een mening”.

Ik voeg er op eigen gezag aan toe: vertrouw alleen experts en instituten die bewezen onafhankelijk zijn.

 Ton Verlind

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
bottom of page