Het was een komisch element in het programma De Coronakloof van EO-presentator Tijs van den Brink: talkshowhost Jort Kelder die met een miniatuur van twee autootjes in de hand uitlegt dat zijn omzet als dagvoorzitter tijdens de coronacrisis met tientallen duizenden euro’s was teruggelopen. Wat wilde hij ermee zeggen? Dat de crisis ook succesvolle presentatoren hard heeft getroffen? Of was het gewoon een niet helemaal gelukte kwinkslag omdat serieuze programma’s nu eenmaal ook amusante onderdelen moeten bevatten? Om te overleven had Jort zijn Maserati en nog een ander exclusief voertuig met flink verlies moeten verkopen. Leuke anekdote natuurlijk, waarvan me de relevantie ontging. Ook een middelvinger naar de echte slachtoffers van de crisis en de coronacritici die zich door de NPO niet serieus genomen voelden omdat Op1 het drukker had met het verkopen van het overheidsbeleid (want daar kwam het toch eigenlijk op neer) dan het kritisch volgen ervan.
De twijfel van Tijs
Zoveel jaar na dato sloeg ook bij Op1-presentator Tijs van den Brink de twijfel toe en dat was het motief voor het maken van de twee afleveringen van De Coronakloof. De miniserie was een terugblik op de kwaliteit van de journalistieke berichtgeving tijdens de pandemie, tevens reflectie op de rol die Tijs daarin als journalist zelf heeft gespeeld. De kritiek kennen we: Op1 was een eindeloze herhaling van zetten, waarin dezelfde door de overheid geselecteerde deskundigen avond-aan-avond hun zalvende woorden over het volk strooiden. Critici van het coronabeleid kwamen -eerlijk is eerlijk- ook wel aan het woord, maar altijd op 1-0 achterstand. Ze konden op scherpere vragen rekenen en ontmoetten meer argwaan dan de mannen en vrouwen uit het regeringskamp. Er werd te weinig onderscheid gemaakt tussen complotdenkende fantasten en onderlegde tegendenkers. In de loop van de crisis werd iedereen met een afwijkende mening ‘wappie’. Kritische geluiden werden gemarginaliseerd, zelfs gedemoniseerd en dat zorgde voor een tweedeling in de samenleving, zei Ronald Meester, hoogleraar waarschijnlijkheidsrekening. Hij vroeg zich in aflevering 2 af of tv-makers zich voldoende bewust waren van het polariserende effect van hun handelen. ‘Er waren heel veel mensen die ook vonden dat de door de overheid opgelegde beperkingen ten aanzien van hun vrijheid, terecht waren’, reposteerde Tijs. ‘Ja! ‘, aldus Marianne Zwagerman, fel criticaster van de NPO-berichtgeving, ‘omdat ze dat een hele dag van jou en je collega’s te horen kregen’.
Een keer of zestig kwam viroloog Ab Osterhaus tijdens de crisis in de talkshows van de NPO aan het woord. Jort moest het toegeven. En ook dat Ab niet helemaal van onbesproken gedrag is omdat er iets onduidelijks om hem heen hangt in verband met de verkoop van aandelen van een bedrijf dat ook weer iets met vaccins tegen virussen te maken heeft. Jort wuifde het weg. Niet relevant. Hoezo niet relevant? Horen niet juist tijdens een crisis de deskundigen vanwege hun geloofwaardigheid van onbesproken gedrag te zijn? Zijn deskundigheid stond kennelijk in hoger aanzien dan twijfels over de integriteit van de viroloog. Misschien was die op orde, ik weet het niet. Maar erg veel woorden maakten de talkshowhosts van de NPO er niet aan vuil, terwijl het dezer dagen toch vooral ging om de vraag of we de geconsulteerde deskundigen wel of niet op hun blauwe ogen konden geloven.
Geen enkele kritische vraag
‘Je hebt geen enkele kritische vraag gesteld aan Marion Koopmans’, wierp Maurice de Hond verslaggever Tijs van den Brink voor de voeten, die er tijdens dit zelfonderzoek veel, heel veel moeite mee had om niet steeds in een verdedigende rol te schieten. Maurice de Hond was dan ook niet mals in zijn kritiek: de media hebben bijgedragen aan een tweedeling in de samenleving. Zelf kreeg hij het ook behoorlijk voor zijn kiezen. De aandacht die hij vroeg voor het belang van ventilatie (een feit dat pas in een laat stadium ook door Rutte werd onderkend) was immers ingefluisterd door de ventilatielobby, suggereerde indertijd het KRONCRV-programma Pointer zonder met sluitende bewijzen te komen. Enfin; zo kunnen we nog wel even verder gaan.
Opmerkelijk in Tijs en De Coronakloof was ook het optreden van wetenschapsredacteur Maarten Keulemans van de Volkskrant. De krant waarvan de hoofdredacteur aan het begin van de coronacrisis meldde, gezien de ernst van de situatie, de regering niet teveel voor de voeten te willen lopen met kritische beschouwingen. Keulemans is de man met de verschillende gezichten. Ogenschijnlijk objectief analyticus in zijn krant, een rol waarvoor hij journalist van het jaar werd. Provocateur en zelfbenoemd demonenbestrijder op Twitter, twee geesten in één lichaam, polemiek-maker pur sang. Keulemans liet zich pontificaal filmen in een fauteuil met zijn prijs in de linkerhand, terwijl hij de kijker deelgenoot maakte van zijn gene. Het voelde dubbel een prijs te ontvangen voor de verslaggeving rond een crisis die zoveel slachtoffers had geëist, zei hij. Maar de behoefte aan een egoboost won het kennelijk van de bescheidenheid. Een prijs kun je immers ook chic weigeren. Noch de rol van de Volkskrant, noch het dubbelspel van Keulemans vormden voor Tijs aanleiding tot het stellen van kritische vragen. Grote stappen, snel thuis.
Als serieuze zelfreflectie schoot Tijs en De Coronakloof al met al tekort. Het is nog steeds wachten op een omroepbrede onafhankelijke analyse van de manier waarmee de publieke omroep en de media in het algemeen tijdens de grootste naoorlogse crisis hun rol vervulden.
foto: Wikipedia
Comments