Verkapte vorm van staatstoezicht op omroepjournalistiek
- Ton Verlind
- 20 dec 2023
- 3 minuten om te lezen
Ik moest dit persbericht twee keer lezen voor ik geloofde wat er stond; de bestuursvoorzitter van de NPO, Frederieke Leeflang, juicht het toe dat de journalistieke code van de NPO waaraan de omroepen zich nu vrijwillig hebben gebonden, wettelijk wordt verankerd in de Mediawet. Ze vindt net als inval-staatssecretaris voor de media Steven van Weyenberg (D66) dat er sancties moeten komen op afwijkend gedrag en dat het toezicht op naleving zal worden gedelegeerd aan het Commissariaat voor Media. Als dit voornemen wordt gerealiseerd betekent het dat journalisten van de publieke omroep via een omweg onder staatstoezicht worden gesteld en dan ook nog mede op aandringen van de eigen organisatie. Dat is een journalistieke noviteit. Er zijn, zo meldt het persbericht van de NPO in lijn met wat de staatssecretaris vindt, ārobuuste waarborgen nodig om handhaving mogelijk te makenā.
Enthousiasme van de NPO is opmerkelijk
Het enthousiasme bij de NPO over het mogelijk onder curatele stellen van omroepjournalisten is opmerkelijk. Het lijkt erop dat dit de nederlaag moet verhullen die de Raad van Bestuur opnieuw heeft geleden rond het pleidooi om de licentie van omroep Ongehoord Nederland in te trekken. Daartoe had de NPO de staatssecretaris verzocht omdat de omroep zich niet zou houden aan de journalistieke code en zo de samenwerking binnen de NPO frustreert. Kort voor haar vertrek weigerde staatssecretaris Gunay Uslu (D66) al tegemoet te komen aan de wens van de NPO. Ze vond dat er geen juridische argumenten zijn en dat politici bovendien terughoudend moeten zijn met inhoudelijke bemoeienis. Gisteren bevestigde (persbericht) haar opvolger dus dit besluit.
Bij de omroep van Arnold Karskens ging dinsdag gejuich op omdat de omroep mag blijven maar de vraag is of het geen Pyrrusoverwinning is. Want als het voornemen van de staatssecretaris wordt uitgevoerd dan gaat een externe toezichthouder over de schouders van de Hilversumse redacties meekijken. Althans; daar komt het op neer. Het officiƫle argument luidt dat de staatssecretaris zo de onafhankelijkheid van de journalistieke inhoud wil versterken. Maar in werkelijkheid komt het erop neer dat Van Weyenberg de omroepen wil verplichten om te kleuren binnen de lijntjes. Wie zich niet aan de code houdt kan rekenen op sancties. In de praktijk betekent het een beperking van de journalistieke vrijheid, exclusief geldend voor omroepjournalistiek.
Pijnlijke afwijzing
Voor bestuursvoorzitter Frederieke Leeflang is het besluit van achtereenvolgens Uslu en Van Weyenberg een pijnlijke afrekening met haar koers. In een eerdere reactie is te lezen dat de NPO bij afwijzing van een verzoek tot intrekking van de uitzendlicentie āniet meer in staat is haar wettelijke taken naar behoren uit te voerenā. In het kader van good governance zou het betekenen dat het bestuur nu zijn geloofwaardigheid kwijt is en de eer aan zichzelf moet houden. Maar uit het persbericht van de NPO valt af te leiden dat de kruistocht tegen tekortschietende journalistieke normen -waarvan ON wordt beschuldigd- in de praktijk doorgaat. Binnen de publieke omroep zet het de verhoudingen tussen de bestuursvoorzitter en de omroepen op scherp.
Reacties
Jan Slagter van Omroep Max noemt het besluit van de staatssecretaris āeen nederlaag voor de voorzitter van de Raad van Bestuurā. Hij zegt āzeer verbaasd te zijn dat de Raad van Bestuur van de NPO het toejuicht dat er wellicht een verkapte vorm van staatstoezicht komt op journalistieke programmaās van de publieke omroepā. Hij voegt eraan toe dat hij verwacht dat het niet zoān vaart zal lopen.
Volgens Arnold Karskens van Ongehoord Nederland is Frederieke Leeflang āhard op de vingers getikt door de staatssecretarisā. āZe is juridisch ver haar boekje te buiten gegaan door sancties op te leggen op basis van vermeende overtreding van de Journalistieke Codeā. Omroepjournalisten onder toezicht plaatsen ziet hij niet als een reĆ«le optie. āZelf moet ik er niet aan denken dat de overheid de spelregels voor de journalistiek bepaalt: we leven niet in de voormalige DDRā.
In het algemeen wordt achter de schermen geklaagd over het ontbreken van enig journalistiek gevoel bij de Raad van Bestuur en kennis van mediazaken. Het is alsof je daar praat met mensen van een andere planeet, is wat je hoort.
Ook WNL-hoofdredacteur Bert Huisjes maakt zich zorgen over het ontbreken van journalistiek dna in de bestuurlijke top van de NPO. āVrije en onafhankelijke journalistiek verhoudt zich niet tot toezicht vanuit de overheid of bestuursorganenā, zegt hij. āOnze code is gebaseerd op afspraken met elkaar, zelfregulering dus. Daar mogen we elkaar op aanspreken. Maar sancties vanuit overheid of bestuursorgaan gaan ten diepste in tegen alles waar journalistiek om moet draaienā. Omroepen zijn nu al veel te afhankelijk van de NPO als het gaat om financiering en plaatsing van journalistieke programmaās, vindt hij. Ook Peter KuipersĀ van KRONCRV ziet niets in de visie van de NPO. āVeel te kort door de bochtā, zegt hij. āKern blijft de journalistieke code en de eigen verantwoordelijkheid, en zo hoort het!ā
TON VERLIND
Opmerkingen