“Ooit was er socialistisch nieuws en katholiek nieuws. Toen gingen de omroepen samenwerken. En nu zijn ze weer op zoek naar identiteit”, schrijft Mirjam Keunen in NRC Handelsblad van 3 december. De discussie over profilering van de gevestigde omroepen wordt naar mijn mening vanuit een verkeerd perspectief gevoerd. Ik hoor veel gejerimineer. “We kunnen ons niet profileren omdat de huidige programmeringssystematiek dat niet toestaat”, is een veel misbruikt argument. Profilering van een omroep begint niet bij de programmering, maar bij het hebben van een heldere opvatting. Vervolgens formuleer je sterke standpunten, je zorgt voor steun bij je achterban en dan ga je de confrontatie aan met dat wat er staat tussen jouw ideaal en de werkelijkheid.
Sjuul laat zien hoe het kan
Ik ben geen fan van De Telegraaf, omdat die zich ook vaak naar zijn eigen gelijk manipuleert door het niet erg nauw te nemen met de waarheid en dat is bedenkelijk voor een nieuwsmedium, maar je kunt De Telegraaf niet betrappen op het ontbreken van een mening. Ik heb dus wel stille bewondering voor de manier waarop hoofdredacteur Sjuul Paradijs eigen maatschappelijke issues weet te agenderen en daarmee de onmisbaarheid van zijn krant laat zien. Het geldt op andere terreinen ook voor De Volkskrant. Die begrijpt de tijdgeest, zet vanuit een constructievere houding dan de krant van “ wakker nederland”, eveneens zijn tanden in de discussie en levert zo een bijdrage aan het ontstaan van een nieuwe kijk op de samenleving.
Het is veel te stil in Hilversum
Dan nu de omroepen. Behalve de nieuwkomers, enig idee waarvoor ze staan, hoe ze tegen de samenleving aankijken en welke dwingende positie ze innemen in het maatschappelijk debat? Het is –uitzonderingen daargelaten- verpletterend stil. Het is een misverstand te denken, dat een omroep zich pas kan profileren als er nieuwe actualiteitenrubrieken bij komen of netmanagers dat wensen toe te staan. Sterke meningen laten zich niet tegenhouden. Maar dan moet je ze wel hebben! Het moet omgekeerd. Eerst kies je een krachtige positie, waardoor je jezelf op de kaart zet. Dan zet je je tanden in een paar betekenisvolle dossiers: onderwijs, gezondheidszorg, opvoeding, laisez faire mentaliteit, ontduiken van verantwoordelijkheid, verlammende werking van indek-regelgeving, gebrekkige kwaliteit van de politieke besluitvormingm corruptie in de financiele wereld, belangenverstrengeling in de journalistiek, een thema dat Reporter ooit durfde aan te pakken etc. Het zijn terreinen die door de publieke omroep nauwelijks serieus worden aangeraakt. Eerst maar eens kleur bekennen. De programma’s komen dan vanzelf wel. Samenwerken wordt dan een vanzelfsprekendheid, in plaats van een bedreiging, want sommige omroepen zullen elkaar als vanzelf vinden in het realiseren van hun inhoudelijke doelen. Maar dat is dan een principiele samenwerking in plaats van de volstrekt onlogische en ineffectieve samenwerkingsverbanden van dit moment (Netwerk, Een Vandaag, Nova, Radio 1), die niet vanwege de gemeenschappelijke idealen zijn ontstaan maar om puur praktische redenen (besparen). Daarmee is het zout uit de pap juist verdwenen, een proces dat op dit niveau niet gekeerd kan worden.
Netmanagers zijn niet de schuld van de kleurloosheid
Alleen door een krachtige maatschappelijke positionering zal het omroepen lukken om steun te verwerven of te houden vanuit de samenleving. Ze moeten zich realiseren dat radio- en televisie-maken voor de publieke omroepen geen doel op zich is, maar een instrument om een doel te bereiken. Sterke standpunten kunnen tot uitdrukking komen in alle mogelijke programma’s. Daar heb je niet per se een actualiteitenrubriek voor nodig. Geen netmanager kan voorkomen, dat een omroep smoel laat zien. Als omroepen tekort schieten in het formuleren van scherpe visies, kunnen daar de netmanagers dus nooit de schuld van krijgen.
Kommentare