De programmering van de publieke omroep heeft onvoldoende relatie met de maatschappelijke doelstellingen, waarvan verwacht mag worden dat die worden nagestreefd. Dat vindt Wim Bekkers, voormalig hoofd van de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS. Hij pleitte in een column in de Volkskrant voor een ander programmeringsmodel en hij licht zijn visie toe in de podcast ‘Ons soort mensen’ die ik samen met collega-journalist Frank du Mosch maak en die bedoeld is een bijdrage te leveren aan het maatschappelijke debat.
Kijk- en luistercijfers worden in de visie van Wim Bekkers verkeerd gebruikt. Ze zijn bedoeld om te controleren of de publieke omroep zijn doelstellingen waarmaakt. Maar ze worden nu vooral aangewend om het zenderaanbod te populariseren en zo het marktaandeel te vergroten. Dat zou niet het hoofddoel moeten zijn, vindt hij.
‘Het is legitiem dat er gemeten wordt op alle mogelijke media-uitingen, want je wilt weten voor wie je iets maakt. Voor publieke omroepen is het vervolgens de vraag wat je met die data doet. Laat je je daardoor sturen of wil je weten in hoeverre je boodschap is overgekomen?’.
Verkeerde dynamiek
Sinds de publieke omroep een groot aantal jaren geleden is gaan werken met een programmeringstool waarbij je van seconde tot seconde kunt zien waar naar gekeken wordt, wanneer er kijkers bijkomen en wanneer ze vertrekken, is er een verkeerde dynamiek ontstaan, vindt Bekkers. Kennis over het kijkgedrag is belangrijk maar zou niet de programmering zo sterk moeten sturen als nu gebeurt. Ook het feit dat de publieke omroep deels afhankelijk is van STER-inkomsten geeft naar zijn opvatting een verkeerde impuls. ‘Ik zou dat (het verkeerde gebruik van cijfers/red) willen doorbreken. Je kunt je afvragen of die scoringsdrift een antwoord is op de vraag vanuit de samenleving of dat het een dynamiek is die in Hilversum zelf zit’.
Liever een ander programmeringsmodel
‘Hilversum’ heeft gekozen voor een programmeringsmodel waarbij NPO1 de populaire zender is, waar alle goed scorende programma’s worden geconcentreerd, met twee aanvullende zenders: NPO2 informatief, NPO3 experimenteel. Pas je dat model consequent toe, aldus Bekkers, dan is het logisch dat programma’s als Opsporing Verzocht, Radar en Kassa worden geconcentreerd op NPO2. Maar ze komen daar in een minder goed bekeken omgeving waardoor ‘die programma’s in feite minder effectief worden’. Kijkcijferspecialist Tina Nijkamp noemde dat in een interview met de Telegraaf een onbegrijpelijke en zelfs rampzalige keuze. Wim Bekkers gebruikt niet die termen maar is het met haar eens.
Zoals in Duitsland
‘Ik denk dat als je waardevolle programma’s tot hun recht wil laten komen dan moet je kiezen voor een aanpak zoals in Duitsland met ARD en ZDF: twee brede zenders met een gevarieerde programmering, dus alle genres en goede talkshows, waar ik veel van opsteek. Dan zouden er in Nederland wel een of twee serieuze talkshows moeten komen, met één thema, besproken door deskundigen en niet zoals nu, zeven mensen aan tafel die praten over dingen waar ze géén verstand van hebben’.
TON VERLIND
댓글