Pieter Klok, hoofdredacteur van de Volkskrant heeft aangekondigd dat zijn krant op zoek gaat naar positief nieuws, of -misschien interpreteer ik het verkeerd- naar een meer bemoedigende invalshoek bij het brengen van de dagelijkse onheilstijdingen. Hoe Pieter het bedoelt zullen we pas zien als we de resultaten merken. Resultaten laten zién is sowieso beter dan een koersaanpassing aankondigen, want dan gaat de buitenwereld ermee op de loop.
Dat de Volkskrant zich bezint op zijn journalistieke koers kan geen kwaad. Als lezer ben ik de laatste maanden de connectie kwijtgeraakt. De krant staat elke dag wel vol, maar waarmee eigenlijk? Het heeft even geduurd voordat ik de vinger op de juiste plek kon leggen, maar nadat ik het uitstekende boek ‘Het is oorlog, maar niemand die het ziet’ van Volkskrant-journalist Huib Modderkolk heb gelezen, weet ik waar het aan schort. Hij plaatst in zijn boek een aantal losse internetincidenten in een haarscherpe context en dat levert een beklemmende beschrijving op van de digitale wereld. Daar wordt gespioneerd, privacy gevoelige informatie verzameld en opgeslagen, voorbereidingen getroffen voor een digitale oorlog waarmee in de toekomst vitale functies van de samenleving platgelegd kunnen worden (in de praktijk wordt daarmee al geoefend), een ramp die zijn weerga niet zal kennen en waar het gedoe rond corona bij verbleekt. Maar met dat dossier houdt geen politicus zich op een serieuze manier bezig. En ook de krant is er tot nu toe niet in geslaagd alarmbellen te laten rinkelen, althans niet op een voor mij waarneembare manier. Het is een dossier dat een activistische journalistieke koers, gericht op het bereiken van resultaten, zou rechtvaardigen. Waarom blijft dat effect uit?, vroeg ik aan de journalist op wiens antwoord ik nog wacht. Mijn voorlopige conclusie luidt: het komt omdat de Volkskrant tegenwoordig urgentie mist. Niet alleen op dit dossier, maar ook op andere thema’s. Als de feiten op de deurmat zijn gedeponeerd, is in de visie van de krant het werk gedaan, terwijl het naar mijn idee dan pas begint.
Optelsom van meningen
Niet alleen de Volkskrant worstelt. In NRC hield media-ondernemer Alexander Klöpping onlangs een pleidooi voor meer activistische journalistiek. Dat moeten we niet alleen overlaten aan de boulevardbladen, schreef Alexander. Ik vermoed dat Klöpping bedoelt dat de huidige kwaliteitsjournalistiek méér urgentie behoeft en niet alleen moet informeren, maar ook moet koersen op daadwerkelijk effect.
Het pleidooi van Klöpping leidde tot heftige reacties. Die van René Moerland, de hoofdredacteur van NRC was vanuit een defensieve houding (het is goed zoals het nu gaat) nog het meest opvallend. De tijd van zuilen-journalistiek (=journalistiek vanuit een visie) is voorbij, schreef hij in een reactie. NRC-journalisten zijn geen loonslaven die zich door de hoofdredactie een richting laten wijzen. Ze zijn mans en vrouws genoeg om een eigen koers te varen. De krant-als-zodanig heeft als taak alle kanten van een onderwerp te laten zien, waarna de lezers zelf maar moeten bepalen wat ze ervan vinden, zo luidde zijn verweer. Deze visie staat naar mijn idee haaks op de behoefte van een groeiend aantal burgers om nog ergens in het publieke debat iets van richting te ontdekken, daar waar politici dat nalaten.
Het standpunt van René Moerland neigt naar ouderwetse journalistiek; werken zonder eigen visie leidt tot een neutrale nieuwsstroom, waarbij het gevoel ontstaat dat dezelfde nieuwsfeiten steeds worden rondgepompt zonder dat we er iets mee opschieten. Dat schept een klimaat voor verdere mediaconcentraties, want als waardevrij informeren het hoogste doel is, dan vervagen de verschillen en dat vermindert de noodzaak om een veelheid aan titels te exploiteren. Dat is nog goedkoper ook.
Journalistiek leiderschap
Het valt op dat Moerland slaafse journalistiek op één lijn zet met de vroegere verzuiling. Hij doelt daarbij op de kranten en omroepen die ooit vanuit een specifieke maatschappijvisie aan opiniëring deden. Met deze negatieve labeling geeft de hoofdredacteur blijk van gebrekkig historisch besef. Journalistieke pioniers uit de begintijd van de actualiteitenrubrieken zoals Brandpunt, gaven vanaf het begin van de zestiger jaren juist mede ríchting, droegen bij aan het volwassen worden van de journalistiek en aan de emancipatie van hun achterban. Zo ontwikkelde die een sterk kritisch vermogen, waardoor de samenleving fundamenteel veranderde. Het ging goed tot de zucht naar het grote geld (=marktdenken) weer dominant werd.
Het lijkt dan ook tijd voor een nieuwe emancipatieronde, met een leidende rol voor de sterke nieuwsmerken. Het zou de levendigheid in het debat kunnen terugbrengen. Dit betekent niet dat de feiten ondergeschikt worden gemaakt aan het ideaal. Feiten zijn feiten, maar ze hebben pas betekenis als ze in een eigen context worden geplaatst. Het is niet duidelijk binnen welk raam de Volkskrant nog opereert. De krant is een optelsom geworden van individuele, vooral persoonlijke opvattingen die vanwege die variëteit gemakkelijk genegeerd kunnen worden. Klöpping heeft gelijk: het is tijd voor kwaliteitsjournalistiek met een bite. Kleur bekennen dus. Dat vraagt om hoofdredacteuren die durven kiezen. In dat licht ga ik belangstellend volgen wat de aanscherping van de koers van de Volkskrant in de praktijk zal betekenen.
TON VERLIND
‘Het is oorlog, maar niemand die het ziet’: van harte aanbevolen.
Comments